Natuurbeleving

De Tweeling beschikt over een grote natuurbelevingstuin waar we iedere dag met de kinderen te vinden zijn. Toch een sprongetje in een plas met water of een poging wagen om op het tractorwiel te klimmen. Het vraagt moed en het doet beroep op je ( motorische ) vaardigheden. Dat het kind voelt dat zijn of haar laarzen vol lopen met water, maar ontzettend geniet van de ervaring. Of dat een baby, die met zijn of haar kleine handen kennismaakt met de natuur door te voelen aan gras, het misschien wel even proeft en hierin ondersteund wordt door de pedagogisch medewerker.

We spreken van natuurbeleving wanneer de natuur op een speelse manier ervaren kan worden met alle zintuigen.

Kinderen worden geboren met nieuwsgierigheid naar de wereld om hen heen. Kinderen hebben aandacht en plezier voor zintuigelijke ervaringen. Een plek waar veel zintuigelijke ervaringen kunnen worden opgedaan is buiten. Zand dat gevoeld kan worden, bloemen waar aan geroken kan worden, fruit wat vrijwel direct geproefd kunnen worden en beestjes die gezien kunnen worden. Het prikkelen van de zintuigen heb je nodig voor een gezonde ontwikkeling.

Jonge kinderen zijn doeners. Ze leren door te ervaren, likken, proeven, ruiken, experimenteren en onderzoeken. De natuur heeft alles in zich aan indrukken en materiaal om kinderen te leren ontwikkelen. Kinderen kunnen spannende dingen beleven, zoals op en neer lopen op boomstammen.

De natuur zorgt voor ‘zachte’ prikkels voor kinderen. Zachte geluiden, verfijnde smaken en subtiele kleuren. Denk hierbij aan herfstkleuren van bladeren en de geur van gras. Dit maakt de natuur geschikt om de zintuigen te verfijnen en te ontwikkelen.

Natuurbeleving draagt onder andere bij aan: 

– de brede ontwikkeling van kinderen;

– het welbevinden en het verwerken van stress;

– de motoriek, door het klimmen, klauteren en bijvoorbeeld volgen van een vlinder;

– de fantasie, denk aan kabouters die in paddenstoelen wonen en het maken van heksensoep;

– spel, met een continu veranderende omgeving voor continu nieuwe ideeën aan spel;

– sociaal-emotioneel, de natuur geeft zelfvertrouwen. Kinderen leren samenwerken, zoals het bedienen van de waterpomp. De ene pompt en de ander vangt het water op;

– de cognitie (het denken), hoe groeit een plantje en dit zaai- en oogstproces volgen;

– een goede gezondheid fysiek en mentaal en een sterke weerstand door het vele buitenspelen.

Groene kinderopvang en risico’s

Bij de Tweeling geven we ruimte aan kinderen. De ruimte om vies te worden, te bouwen en slopen. En daarbij eventuele risico’s te nemen. Bij groene kinderopvang komen risico’s kijken. Kinderen klimmen nou eenmaal graag en willen spelen met water of stenen. Daarom wordt er gewerkt met aanvaardbare risico’s. Kinderen mogen risico’s ondervinden. De pedagogisch medewerkers bewaken hierbij de veilige marges waarbinnen dit mag. Hierbij wordt rekening gehouden met de leeftijd, ervaring en mogelijkheden. Alle mogelijke risico’s worden zorgvuldig beschreven om zo te voldoen aan GGD-eisen.

Betrokkenheid van ouders en/of verzorgers

Als ouder en/of verzorger ben je verantwoordelijk voor de opvoeding van je kind. Op de opvang delen de pedagogisch medewerkers de opvoeding samen met ouders. Wat ouders en/of verzorgers en pedagogisch medewerkers gemeen hebben, is dat ze hetzelfde willen. Ze willen dat kinderen het fijn hebben, dat ze zich kunnen ontwikkelen en dat ze zich goed voelen . De pedagogisch medewerkers geven informatie over de visie en hoe zij omgaan met het groene aspect. Daarover samen communiceren is belangrijk. Het kind kan vies thuis komen, risico’s aangaan en noem maar op.