Accommodatie

In 1916 trouwde Jonkheer Rutgers van Rozenburg met Agatha Schlingemann, die hem op 13 januari 1918 een tweeling schonk: Agnes en Reiniera. Uit dankbaarheid schonk de jonkheer geld voor de bouw van een ‘goede Christelijke school’ waar de tweeling naar toe kon. De architecten Vingerhoets en Hoogterp ontwierpen in 1918 een symmetrisch tweelinggebouw met een ruime tuin aan de Groenestraat 210. Tot midden jaren ’80 functioneerde het pand als de Agnes Reiniera Fröbelschool. Sinds 1 juli 1998 biedt het rijksmonument huisvesting aan De Tweeling Kinderopvang. Na een intensieve verbouwing (nieuwbouw en renovatie) van twee jaar is de oppervlakte van het dagverblijf verdubbeld waardoor er ruimte ontstaan is voor een extra groep, een atelier en een snoezelruimte.

De Tweeling heeft een heel eigen visie op de indeling en inrichting van ruimtes. De ruimte op zichzelf heeft namelijk een pedagogische waarde en moet aan een aantal voorwaarden voldoen:

Ontmoeten en ontlopen – Het is waardevol voor jonge kinderen om in het kinderdagverblijf andere kinderen te ontmoeten en te leren samenspelen. Even belangrijk is het ook om diezelfde kinderen in een groep als unieke individuen te zien en hen de ruimte te bieden elkaar te ontlopen. Dat betekent dat een ruimte enerzijds overzichtelijk is, maar tegelijkertijd ook kinderen de mogelijkheid biedt zich terug te trekken. Het is een groot voordeel dat de ruimtes niet helemaal rechthoekig zijn en allemaal een speelse indeling kennen.

Licht en kleur – Veel ramen geven veel licht, maar ook de mogelijkheid om naar buiten te kijken. Juist op ooghoogte van de kinderen is het van belang de ramen niet helemaal vol te hangen en hen het zicht op andere ruimtes te ontnemen. In de kinderopvang wordt vaak gekozen voor veel kleuren bij de inrichting van de ruimtes. Maar kinderen en speelgoed zijn al zo kleurrijk dat De Tweeling er liever voor kiest om een neutrale, rustige sfeer te creëren met een ingetogen kleurschema. Kleurig wordt het vanzelf door de kinderen en hun spelmateriaal.

Veiligheid en geborgenheid – Een leefruimte moet zowel voor kinderen, ouders als medewerkers een vertrouwde omgeving zijn. Als zij de leefgroep betreden, moeten ze door de ruimte worden omarmd, er als het ware meteen landen. Door de ronde hoeken en vloerbedekking in aardse kleuren voelt men meteen geborgenheid. De indeling zorgt voor verschillende speelhoeken door mooie blankhouten scheidingswandjes. Daardoor kunnen de kinderen steeds kiezen met wat en met wie ze willen spelen.